Over Irene

Iets over het leven van Irene …

Mijn ouders


Tijdens de communistische revolutie in China heerste een grote hongersnood. Veel Chinezen zochten in andere landen een beter leven. Zo kwam mijn moeder op dertienjarige leeftijd met haar ouders na een flinke bootreis in Maleisië aan.
Mijn vader was nog jong toen zijn vader overleed en op negentienjarige leeftijd kwam hij met zijn familie in Maleisië aan. Hij werkte als kok in een mijn en moest zelf eten inkopen bij boeren. Zo leerde hij mijn moeder kennen.
Volgens traditie zocht hij niet zelf contact met haar ouders maar benaderde hij hen via een bemiddelaar. Zo werd een huwelijk geregeld, maar wel onder de voorwaarde dat mijn vader voor haar ouders zou zorgen tot hun dood.

Mijn jeugd


Ons gezin bestond uit elf kinderen. Ik was de zevende en had vier oudere zussen, twee oudere broers en nog vier jongere broers. Verder woonden er ook nog andere familieleden in ons huis. Mijn vader had een boerderij met veel varkens, kippen en eenden.
Alle kinderen hielpen mee in het werk op de boerderij en in huis. Al jong zorgde ik voor mijn jongere broers, hielp met koken en met het verkopen van kippen en groenten op de markt. Op school hadden we altijd een net uniform aan; dat ging snel uit als we thuiskwamen. Het vele werk thuis maakte dat ik niet veel tijd had voor andere dingen en droeg eraan bij dat ik me niet zo gelukkig voelde thuis.

Mijn eerste huwelijk


Bij de groenteveiling leerde ik Danny kennen en we kregen verkering. Danny werd gevraagd om in een Chinees restaurant in Nederland te komen werken. Na twee jaar kwam hij even terug en werd onze verkering versterkt. Weer twee jaar later zijn we samen getrouwd.
In die vier jaar zijn er veel brieven en kaarten over en weer gestuurd. Kort na ons huwelijk reisden we naar Nederland en begon ik ook te werken in de keuken van hetzelfde restaurant in Nijmegen.
Het koude Nederlandse weer en de lange dagen in de keuken vielen me zwaar. Dat veranderde toen we in een restaurant in Noordwijk gingen werken, waar we minder uren hoefden te maken. Dat was een verademing en onze oudste zoon kwam eraan. Toen het restaurant van eigenaar wisselde, vonden we werk in een ander Chinees restaurant in Nijmegen.

Ons restaurant


We werkten hard om een eigen restaurant te kunnen beginnen en in 1981 namen we met een broer van Danny een afhaalrestaurant in Venray over. In Nijmegen wonen en in Venray werken bleek niet ideaal en daarom zochten we een restaurant met bovenwoning.
Zo kwamen we in 1984 in Asten terecht in restaurant China Garden met onze twee zonen. De zaak liep goed en we gingen verbouwen. Tijdens de verbouwing werd bij Danny, die altijd zo gezond was geweest, kanker geconstateerd. Het restaurant werd snel verkocht en we kregen een huurwoning in Asten toegewezen.

Danny’s ziekte en geloof


Danny’s gezondheid ging snel achteruit. Daardoor konden we niet meer samen naar Maleisië om onze families te ontmoeten, die we al negen jaren niet meer gezien hadden. Daarom kwamen zijn broers en zus naar Nederland over.
We waren beiden in een mengeling van Boeddhisme en Taoïsme opgegroeid, die geen hemel maar alleen de hel kennen. Met de dood voor ogen zei Danny dat hij niet naar de hel maar naar de hemel wilde. Hij wilde daarom in Jezus gaan geloven en gedoopt worden. De dagen voor zijn doop was Danny verward en kende niemand meer bij naam. Toen de Chinese dominee binnenkwam, werd hij plotsklaps helder en kende iedereen weer. De aanwezige familie was getuige van dit wonder.
Ik ontving veel steun van de Chinese kerk in Eindhoven en beloofde Danny dat ik zijn christelijke voetsporen zou volgen. Na zijn doop leefde Danny nog zeven weken. Hij stierf in alle rust. Ik had gebeden: ‘God ik ken U niet maar als U bestaat, laat Danny nu hij voor U gekozen heeft in alle rust overlijden.’ Dat werd mijn eerste verhoorde gebed.

Mijn worstelingen na Danny’s dood


Na Danny’s dood kreeg ik het heel moeilijk. Door wat ik thuis van het geloof van mijn ouders had geleerd, kregen angsten voor geesten grip op mij. ‘s Nachts sliep ik met mijn twee zonen en een vriendin in één kamer. Ik durfde de kamer niet te verlaten uit angst dat ik in een ander vertrek een geest zou tegenkomen.
De huisarts schreef steeds zwaardere slaappillen voor, omdat ze maar kort bij me werkten. Als ik twee uren kon slapen tijdens een nacht was ik al blij.
De vrouw van de dominee die Danny gedoopt had, belde regelmatig en leerde me om tot Jezus te bidden en de Bijbel te lezen. Vooral lezen in het bijbelboek Psalmen gaf me troost en vertrouwen.
Ik besloot te stoppen met slaappillen en voortaan met bidden en lezen in de Bijbel te gaan slapen. Het werkte, langzaamaan kon ik steeds langer slapen. Wat een vooruitgang!

Mijn tweede huwelijk


Na enkele jaren alleen te zijn geweest kwam het verlangen naar een nieuwe partner en bad ik regelmatig met mijn twee jongens om Gods hulp daarbij. Waar moest ik een man zoeken, die goed bij ons drieën paste. Het was niet één zoekt één, maar drie zoekt één.
Op een avond las ik in de Bijbel en het leek alsof God door wat ik las me duidelijk maakte dat Hij een man voor me had. Ik bad: ‘Als U een man voor mij heeft dan wil ik die wel ontvangen.’ Drie dagen later deed Peter zijn mond open over zijn gevoelens voor mij.
Anderhalf jaar daarvoor was er in zijn hart al een vonk voor mij overgesprongen. Hij had er lang voor gebeden, maar nu pas durfde hij het mij te vertellen. Mijn jongens zagen hem ook helemaal zitten. In mei 1990 zijn we getrouwd. Het was een groot, blij feest.
Ook ons zilveren huwelijksfeest hebben we met dankbaarheid en blijdschap gevierd (zie foto).

Mijn huidige leven


Samen kregen we nog drie jongens, die inmiddels ook zijn uitgevlogen en op eigen benen staan. Onze vijf zonen hebben een warm contact onderling en door hen en hun partners ben ik nu oma van vier kleinkinderen. Regelmatig mogen we oppassen op de kleinkinderen en komt er een logeren. Dat is genieten.
Mijn tijd besteed ik verder aan mijn zorg voor Peter en het huishouden. Daarnaast heb ik met allerlei mensen contacten en doe ik diverse soorten vrijwilligerswerk. Ik werk graag in onze tuin, schik graag bloemen en kook graag.
Van binnen heeft Jezus, mijn innerlijke bron, mij tot verdere ontwikkeling gebracht. Daaruit groeiden innerlijke rust, vreugde en kracht om met allerlei situaties om te kunnen gaan. Dat zijn allemaal kostbare dingen die ik mag uitdelen aan de mensen om me heen. Ik leef als een rijk en dankbaar mens.